Ondernemers die een belastingcontrole krijgen, vragen zich waarschijnlijk af hoe de Belastingdienst te werk gaat bij het voorbereiden en uitvoeren van een belastingcontrole. Wat is voor u belangrijk om te weten?
Volgens het boekje
Controlemedewerkers van de Belastingdienst moeten bij het plannen en uitvoeren van een controle de richtlijnen van de Belastingdienst volgen. Hoe bepalen deze richtlijnen het verloop van de belastingcontrole en wat betekent dat voor u?
Controleaanpak Belastingdienst
Wet- en regelgeving
De controlemedewerker voert zijn controle uit volgens de Controleaanpak Belastingdienst (CAB). De controlemedewerker beoordeelt of het controleobject (uw aangifte) voldoet aan de (fiscale) wet- en regelgeving. Kort gezegd beoordeelt de controleur of u de regels goed toepast en of u ook alles verantwoordt wat u moet verantwoorden.
Controledoelen
Niet in het wilde weg
Bij aanvang van een controle stelt de controleur de controledoelen vast. Er wordt niet in het wilde weg gecontroleerd, maar met de focus op het doel van de controle. Het is afhankelijk van de bevindingen uiteraard mogelijk dat de controle wordt uitgebreid, bijvoorbeeld naar andere jaren of andere belastingen.
Materialiteitstabel
De controleur past voor zijn controle de materialiteitstabel van de Belastingdienst toe. Er is alleen aanleiding voor een correctie bij voldoende materialiteit. Dit is afhankelijk van de omvang van uw bedrijf. De controleur moet de controle zo opzetten en uitvoeren dat hij voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgt om conclusies te kunnen trekken. De opzet en de uitvoering van de controle moeten voldoende inhoudelijk juiste informatie opleveren.
Controlewerkzaamheden
Transactiemodel
Aan de hand van het transactiemodel stelt de controlemedewerker onder meer vast of de relevante transacties (de werkelijkheid) juist en volledig in de aangifte(n) verantwoord zijn. Vanuit uw bedrijfsactiviteiten wordt beschreven welke relevante transacties er plaatsvinden. Deze worden gematcht met uw aangifte.
Geen dubbel werk
De controleur bepaalt de aard en omvang van zijn controlewerkzaamheden op basis van een risicoanalyse om te komen tot een efficiënte en effectieve combinatie van systeemgerichte en gegevensgerichte werkzaamheden. Een controle moet zo efficiënt mogelijk verlopen, waarbij dubbel werk zo veel mogelijk wordt vermeden. Daarbij wordt beoordeeld hoe uw administratie is georganiseerd en of de vastgelegde gegevens kloppen. Waar mogelijk wordt er gesteund op door anderen reeds verrichte werkzaamheden (bijv. uw eigen administrateur of uw accountant).
Workflowmodel
De controlemedewerker stelt aan de hand van het ‘workflowmodel’ een controleprogramma op om zijn controleactiviteiten in te richten. Het is de bedoeling dat iedere controle min of meer op dezelfde wijze verloopt. Dit wordt gewaarborgd door te werken met vastomlijnde controleprogramma’s. Deze manier van werken is vergelijkbaar met de manier waarop uw accountant zijn werkzaamheden organiseert en uitvoert.
Bron: Indictator Tips & Advies