Indien u als directeur-grootaandeelhouder of als een werknemer met een auto van de zaak meer dan 500 kilometer per jaar privé rijdt, moet er een bijtelling worden berekend. Meestal is dit 22% van de cataloguswaarde van de auto, tenzij …
Afwijkende bijtellingspercentages
Afhankelijk van de auto kunnen er andere bijtellingspercentages dan 22% gelden. Heeft u bijv. een auto die ouder is dan 15 jaar (een zogenaamde ‘youngtimer’), dan is de bijtelling 35% van de huidige waarde van de auto. Voor auto’s met een CO2 -emissie van 0 is de bijtelling 16% van de cataloguswaarde tot en met € 30.000, daarboven geldt het 22%-tarief. Daarnaast gelden er nog afwijkende percentages die afhankelijk zijn van de leeftijd van auto’s met een lage uitstoot.
Ten minste 22%
In het wetsartikel waarin de bijtelling voor het privégebruik van de auto is geregeld, staat dat de waarde van het privégebruik wordt gesteld op ten minste 22% van de cataloguswaarde van de auto. De woorden ‘ten minste’ geven de inspecteur de mogelijkheid om de bijtelling hoger vast te stellen als het door u of uw werknemer werkelijk genoten voordeel van het privégebruik van de auto substantieel hoger is dan de bijtelling.
Naheffingsaanslag
De inspecteur zal aannemelijk moeten maken dat er sprake is van een hoger privévoordeel. Als hij daarin slaagt, zal hij stellen dat er te weinig loonbelasting is ingehouden omdat er een te laag bijtellingspercentage is toegepast. De inspecteur zal dan een naheffingsaanslag loonbelasting opleggen met mogelijk een boete voor het onjuist of onvolledig doen van aangifte. Voor oplegging van de boete is wel vereist dat u wist dat de bijtelling mogelijk te laag zou zijn.
Vaststellen excessief privégebruik
Vooral in situaties waarbij de verhouding tussen zakelijk en privé gereden kilometers doorslaat naar de privékilometers, is uw aandacht vereist. Zeker als er geen of bijna geen zakelijke kilometers met de auto van de zaak worden gereden, ligt excessief privégebruik op de loer.
Voorbeeld: U heeft een werknemer die langdurig arbeidsongeschikt is en daardoor geen werkzaamheden kan verrichten. Tijdens de ziekteperiode mag de werknemer zijn auto van de zaak gewoon privé blijven gebruiken. De kosten van de auto zijn dan volledig toe te rekenen aan het privégebruik en kunnen dan hoger zijn dan de standaard bijtelling van 22% van de cataloguswaarde. Bij tijdelijk niet-zakelijk gebruik kunt u de bijtelling bij de werknemer voorkomen door de auto tijdelijk niet ter beschikking te stellen.
Relevante factoren
m te beoordelen of er sprake is van excessief privégebruik, moet er worden gekeken naar de kosten van het privégebruik en de verhouding tussen de privékilometers en zakelijke kilometers ten opzichte van het totaal. Daarbij zijn relevant:
- alle kosten van het gebruik van de auto, zoals brandstof, afschrijvingen, verzekeringen, e.d.;
- vervolgens deelt u deze kosten door het totaal aantal gereden kilometers, zodat u een prijs per kilometer kunt vaststellen.
Hogere bijtelling
Als vervolgens de hiervoor bepaalde kosten worden vermenigvuldigd met het aantal privékilometers en het resultaat hoger is dan de bijtelling, is er mogelijk sprake van excessief privégebruik en kan de inspecteur stellen dat de bijtelling moet worden verhoogd.
Bron indicator tips en advies