Eerder nog, namelijk in het Belastingplan 2019, werd er een forse verlaging van het vennootschapsbelastingtarief voor de komende jaren aangekondigd. In het Belastingplan 2020 zijn deze plannen er toch weer iets anders uit komen te zien.
Het kabinet wil een lastenverlichting voor de middeninkomens. Om dit te bekostigen, wordt het tarief van de vennootschapsbelasting minder verlaagd dan eerder was aangekondigd. Voor 2020 betekent dit alleen een verlaging van het tarief in de eerste schijf. De VPB-tarieven zien er voor de komende jaren naar verwachting als volgt uit:
2019 |
2020 | 2021 | |
Tarief schijf 1 (belastbare winst tot € 200.000) |
19% |
16,5% |
15% |
Tarief schijf 2 (belastbare winst vanaf € 200.000) |
25% | 25% |
21,7% |
Momenteel krijgt u indien u onderneemt via een BV als vennootschapsbelastingplichtige een betalingskorting als u de voorlopige aanslag in één keer vooruitbetaalde. Op Prinsjesdag is helaas aangekondigd dat deze betalingskorting vanaf 2021 zal vervallen.
Hierop inspelen?
Het kan dus fiscaal aantrekkelijk zijn om de BV-winst de toekomstige jaren iets te drukken ten gunste van latere jaren. Dit houdt dus in winst uitstellen tot een later jaar, zodat deze dan tegen lagere vennootschapsbelastingtarieven wordt belast. Denk bijvoorbeeld aan het vormen van een fiscale voorziening. Aldus kunt u toekomstige kosten naar voren halen. Dit kan ook via een onderhoudsvoorziening, (bijvoorbeeld schilderwerk bedrijfspand), reorganisaties, milieuschade, enzovoort.
Bron: Indicator Tips & Advies